Geen verandering.
Na het kiezen van de videotrack kunnen we hier niks anders kiezen.

Angle 1.
Je kunt hier eigenlijk alleen maar een andere "Angle" kiezen, maar ja, de meeste DVDs hebben alleen maar "Angle 1" op de DVD staan.

Uit (dus geen vinkje).
Hier kunnen we kiezen voor het gebruik van de ASPI layer (voor zowel SCSI als IDE disks bruikbaar - maar onder Windows 2000 en Windows XP ontbreekt normaal gesproken deze layer). Ik gebruik ASPI eigenlijk nooit.

Aan (dus een vinkje).
MacroVision is een kopieer beveiliging voor Video-banden, het kan dus geen kwaad deze optie aan te zetten. Zie eventueel de pagina "Wat is MacroVision?" voor details.

Each VOB/CELL.
Voor het decoderen van de video-data moet men DeCSS gebruiken. Gebruik hier "Each VOB/CELL". Zie eventueel de "DivX rip intro" en de "SmartRipper" pagina voor details.

Aan (dus een vinkje).
Hiermee geef je aan dat Dolby Surround ge-down-mixed moet worden voor jouw DivX of (S)VCD filmpje. Altijd aardig om het iets van het betere geluid van Dolby Surround te bewaren. Dit zal wel iets meer rekentijd vragen.

English AC3 6Ch.
Hier geven we aan welke geluidspoor we willen gebruiken. Ik kies altijd de engelse taal, maar het is natuurlijk ook denkbaar de nederlandse taal te gebruiken. Het feit dat er AC3 6Ch staat wil zeggen dat we AC3 geluid in 6 kanalen gaan gebruiken. Deze worden geconverteerd naar 2 kanaals-stereo. Niet iedere DVD heeft AC3 in 6 kanalen. Let ook op: er kan een tweede engels geluid kanaal zijn, bijvoorbeeld met het commentaar van de regisseur.

High quality (slow).
Deze optie geeft aan met welke kwaliteit we het 48Khz geluid downmixen naar een 44.1Khz geluid. Kies hier voor hoge kwaliteit, dat duurt wel weer wat langer, maar het is de moeite.

3.
Deze optie biedt ons de mogelijkheid geluid harder of zachter te maken. Soms is bij de optie "1" het geluid te zacht maar zonder verstoringen. Als je boven de 3 komt kan het voorkomen dat geluid "te hard" staat en misvormt. Je kunt hier eventueel mee experimenteren - ik gebruik meestal de waarde 3.

None of Nederlands.
De ondertiteling van een film kan uit ("None") gezet worden of aangezet worden (b.v. "Nederlands"). Als ondertiteling aan staat, wordt deze vast in de film gemengd, je kunt die dus nooit meer verwijderen.
Het kan dus handig zijn de ondertiteling straks handmatig te rippen voor gebruik met b.v. MicroDVD - zie de ook "Ondertiteling Rippen" pagina.

0 of 800.
Dit is de positie (vertikaal) van de ondertiteling in de film. Als je "0" invult, dan blijft de ondertiteling staan op de standaard plaats. Helaas wordt in sommige films de ondertiteling (wisselend) weleens boven in het scherm gezet, persoonlijk heb ik daar dus een hekel aan. Ik vul daarom de waarde "800" in zodat de ondertiteling altijd helemaal onder in het beeld staat. Mocht de ondertiteling uit het beeld verdwijnen door deze offset waarde, dan zal DVDx dat correct corrigeren zodat de ondertiteling toch zichtbaar is in het eindresultaat.

Aan (dus een vinkje).
Sommige ondertitels worden bijzonder vet of een maffe kleur. Mocht dit bij de DVD die jij gaat rippen het geval zijn, haal dan het vinkje weg.

FPU (best quality).
Dit geeft aan met welke kwaliteit het beeld omgerekend wordt naar een andere resolutie. Ik wil altijd een mooi beeld, dus kies ik altijd "FPU". De optie "MMX" is een stukje sneller, maar het beeld is duidelijk van mindere kwaliteit. Er is de mogelijkheid de reken doorgang te versnellen met processor specifieke instructies, zo is er voor de Pentium 4 bezitters een speciale setting ("P4") en een voor processoren (intel) die SSE ondersteunen ("SSE").

0.
Je kunt er (straks) voor kiezen, de DivX film automatisch te laten knippen in stukken die hapklaar zijn voor een CD. Het kan dan dus voorkomen dat een film uit 2 of meer stukken bestaat. Deze overlap zorgt er dan voor dat bij b.v. het tweede deel een x-aantal seconden van het voorgaande deel herhaald wordt. Als je gaat voor 1 CD , stel hier dan "0" in. Als je 2 of meer CD's gaat maken, kies dan "2" of "3".

Uit (dus geen vinkje).
Deze optie zorgt ervoor dat DVDx regelmatig de video en audio synchronisatie controleerd en eventueel bijstelt. Je hebt dit alleen nodig als je merkt dat video en audio, in het eindresultaat, uit elkaar begint te lopen.
Tip: Als je een DVD naar DivX omzet, is het aan te raden deze optie AAN te zetten!

Uit (dus geen vinkje).
Het converteren kan (PC afhankelijk) behoorlijk lang duren, daarom laten veel mensen de PC dit 's nachts doen. Het is dan natuurlijk handig als de PC automatisch uit gezet wordt als het rippen klaar is. Ik doe dat liever niet ... bij problemen (met het rippen of met de PC) wil ik dat liever zien, dus rip ik alleen overdag.

Uit (dus geen vinkje).
Luminance filter wordt gebruikt om de helderheid van een film aan te passen. Ik heb liever een rip van het origineel ... dus ik gebruik dat niet.
Overigens: de versterking = Offset + Gain.

128.
De helderheidsversterking is standaard 128 wat gelijk is aan "geen versterking". Dus <128 is de film donkerder maken, >128 is de film helderder maken.

0.
Dit is de "start" waarde voor de versterking. Gain + Offset is de versterking, waarbij 128 = geen versterking. We zetten de startwaarde dus op 0.

25 (PAL) of 29.97 (NTSC).
De framerate is per systeem (PAL/NTSC) verschillend, vaak geldt: Regio 1 DVD is in NTSC formaat en een Regio 2 DVD staat in PAL formaat. DVDx stelt deze waarde NIET automatisch in! Controleer de waarde dus. Overigens kan DVDx (niet altijd perfect) wel converteren - maar het is beter dat te vermijden om ongewenste bijverschijnselen te voorkomen.

Aan (dus een vinkje).
Controleerd of er gebruik gemaakt wordt van het afwijkende 24 Fps formaat (NTSC 24Hz progressive). Zet dit voor de zekerheid maar aan ...

Uit (dus geen vinkje).
Dit gebruiken we alleen als we denken dat de DVD in kwestie in het 24 Fps formaat staat, maar we vermoeden dat de automatsiche detectie dit niet zal herkennen. Dit werkt overigens alleen als "Detect prog. 24Hz" aan staat.

10 of meer.
Tijdens het rippen zal DVDx regelmatig toegang zoeken naar de DVD-speler, waardoor deze heel vaak aan en dan weer uit gezet wordt. Om nu de DVD-speler een beetje te sparen, kan men een buffer aanmaken. Dit spaart niet alleen de DVD-speler, maar versnelt het hele proces ook nog eens. Afhankelijk van de hoeveelheid RAM of beschikbare harddisk ruimte kun je hier een getal invullen. Mijn PC heeft 512 Mb geheugen, en ik zet deze buffer daarom meestal op 100. Let wel op: het buffer kan ongewenste gevolgen met zich meebrengen als je een film gaat maken die over 2 of meer CD's gaat staan, waarbij overlap is gebruikt!

RAM.
Bepaal waar deze buffering plaatst moet gaan vinden. RAM (het geheugen van de PC) is vele malen sneller als de Harddisk. Dus kies ik voor RAM. Mocht je echter weinig geheugen (<128 Mb) hebben dan kan Harddisk een betere optie zijn.

None.
Hier kunnen we interlace weg filteren (die rare streepjes naast snelbewegende objecten in een film). Meestal is dat niet nodig. Mocht je het toch nodig hebben, gebruik dan "Even Field" of "Interpolate" - het levert wel een beetje kwaliteit verlies maar schijnt altijd te werken. Je kunt "Odd Field" ook proberen, maar dat werkt meestal niet goed, test dus eerst een stukje film ...

Hangt van het gewenste eindresultaat af.
Hier kies je het gewenste eindformaat. We kunnen kiezen uit "Avi (DivX,YUX,...)", "Video CD (MPEG1)" en "Super Video CD (MPEG2)".

Ook weer afhankelijk van het gewenste resultaat.
Hier kunnen we kiezen of er audio gebruikt wordt en zo ja, in welk formaat. We kunnen kiezen voor:
- "disable": er wordt geen geluid gebruikt
- "Store to WAV": voor latere bewerkingen van het geluid (niet aan te raden)
- "Use LAME": als je een DivX wilt maken met MP3 maar geen MP3 codec hebt
- "Use ACM": als je een ander formaat geluid (inclusief Radium MP3 voor DivX) wilt gebruiken. Hierbij kun je gebruik maken van ieder Audio codec dat onder Windows beschikbaar is.

bij Video CD: 1150 Kbits
bij Super Video CD: maximaal 2600 Kbits - voorkeur: 2376 Kbits
Hier stellen we de Video bitrate van de MPEG file in. Voor Video CD is de standaard 1150 KBits (vaste bitrate!). Bij het Super Video CD formaat wordt een variabele bitrate gebruikt waarbij we hier het maximum aangeven van 2600 Kbits (voorkeur is 2376 Kbits).

(Super) Video CD : None (Letter Box 4/3)
DivX : Custom
Hier kiezen we in hoeverre het beeld "aangepast" wordt. Bij de optie "None (Letter Box 4/3)" veranderd er niets en wordt het originele formaat gehanteerd, dit is met name bij (Super) Video CD wenselijk. Voor DivX is "Custom" een erg goed alternatief. De opties worden hieronder aan de hand van een breedbeeld (16/9) film duidelijker:

None (Letter Box 4/3) Het beeld blijft onveranderd - dit zijn dus de originele verhoudingen. Dit is erg goed te gebruiken voor zowel Video CD, Super Video CD als DivX.
Medium (4/3) Het beeld wordt een beetje opgerekt. Je verliest daarbij een klein beetje aan beeld. Vergelijk dit beeld maar eens met "None (Letter Box 4/3)". Je ziet dat de monitor links een stukje weg is en dat het kopje rechts ook deels weg is. De aspect ratio blijft echter wel behouden (de verhouding tussen breedte en hoogte). Ik vindt dit persoonlijk geen optie.
Pan Scan (4/3) Het beeld wordt nog verder opgerekt zodat de hoogte 100% het beeld vult. De monitor links en het kopje rechts zijn nu helemaal uit het beeld verdwenen. Ook hier blijft de aspect ratio bijna goed. Ook deze optie is niet wenselijk.
Full (16/9 or 4/3 input) Hier wordt het beeld passend gemaakt - dit levert in dit geval vervorming op (de aspect ratio is dus naar de knoppen). Op een breedbeeld TV geeft dit echter een prima beeld. Voor bezitters van een breedbeeld TV, of voor kijkers die de PC gebruiken, is dit een leuke optie.
Custom Bij custom (erg handig voor met name DivX) biedt de mogelijkheid (na het verlaten van het "Output Settings" venster) om met de groene balkjes het beeld te veranderen. Als je niks veranderd, is dit beeld te identiek aan het origineel minus de zwarte balken boven en onder het beeld. Deze optie is met name geschikt voor DivX om bandbreedte te besparen.

MMX BiLinear of SSE BiCubix
Bij het schalen van een beeldje, wordt een bepaalde "formule" (algoritme) gehanteerd voor de herberekening van de individuele punten van het beeld. Hierbij "kijkt" een Bilinear algoritme naar een groepje van 2 bij 2 pixels, terwijl BiCubic een groepje van 4 bij 4 pixels bekijkt. Deze laatste is daarom iets beter, maar in de praktijk is het vercshil nauwelijks waar te nemen. De volgende opties kunnen we kiezen:
Nearest neighbour : kies de dichtsbijstaande pixel.
BiLinear : erg nauwkeurig maar traag
BiLinear MMX: erg nauwkeurig maar snel (Intel of AMD processoren)
BiCubic : zeer nauwkeurig maar ook zeer traag
SSE BiCubic : zeer nauwkeurig, redelijk snel (Pentium 3 of Athlon processoren)
Pseudo BiCubic : slordig en traag

Not enabled of een Adobe Premiere Plugin
Meestal zul je geen Adobe Premiere Plugin gebruiken. Met name bij DivX is dat niet van toepassing - kies dan "Not enabled". Voor Video CD of Super Video CD kan echter Cinema Craft Encoder een beduidend betere beeld kwaliteit leveren (en vaak nog sneller ook) - kies, als je wilt, de plugin die je wenst te gebruiken. Je moet die plugin dan natuurlijk wel geinstalleerd hebben staan!
De optie "Video Server" is met name bij TMPGEnc en CCE van toepassing - praktijk laat echter zien dat TMPGEnc niet significant beter presteerd als de codec die DVDx ingebouwd heeft. CCE presteerd echter wel significant beter - de Premiere plugin werkt echter niet altijd, de VideoServer oplossing biedt dan een uitweg. Voor meer info over VideoServers zie "Intro tot VideoServers".