Op deze pagina ...
Nero Burning ROM van Ahead
is veelzijdig programma, initieel gedacht voor het maken van computer
CDROM's (=Data CD).
Eigenlijk is een data CD, ookwel CDROM genoemd, niks anders als
een verzameling computerbestanden zoals je dat ook op de harddisk
van jouw computer ziet.
Ik gebruik CDROM's zelf voor het opslaan van:
- bestanden die ik uit het Internet heb gehaald
- updates van programs of drivers
- mijn eigen werk (tekst, tekeningen, webpagina's, etc)
- backup van mijn harddisk(s)
Merk op: Lees eerst de verantwoordelijkheidsverklaring
aangezien het kopieren van bepaalde bestanden illegaal kan zijn!
|
|
Merk
op: van een CD kan ook een kopie gemaakt worden in de vorm van
een b (standaard Nero formaat), ISO en BIN/CUE. De eerste
(NRG, zie menu "File" - "Burn Image")
kan met Nero gebakken worden, maar de laatste twee kunnen ook met Nero
gemaakt worden, zie daarvoor:
- ISO met Nero branden
- BIN/CUE met Nero
branden
Overzicht
De start - Wizard of geen
Wizard ?
Laten we aan de hand van de Nero dialogen (versie
5.x) stap voor stap nagaan wat we moeten doen om een dergelijke CD te
maken.
Je kunt nu dus (als je gelijk het e.e.a. wilt uitproberen)
Nero starten door op het Nero ikoontje te klikken. Deze staat op je buro-blad
en/of in het Windows Start-menu.
Een van de volgende scherm zou kunnen verschijnen: De
Wizard. Als dit niet het geval is verschijnt de afbeelding daaronder.
Wil je toch naar de Wizard terugschakelen dan doe je dat door op "Wizard"
te klikken:
Je kunt nu besluiten de Wizard te gebruiken (veruit
het eenvoudigste), of de wizard sluiten door "Close Wizard"
aan te klikken.
Als je besluit de Wizard te gebruiken, kies dan "Compile
a new CD" en "Next" en volg verder de wizard.
De rest van deze pagina is niet nodig.
De anderen die geen gebruik maken van de wizard kunnen
verder lezen.
Type CD - Zonder de Wizard
In de linkerbalk, waar we al die ikoontjes vinden, kiezen
we nu voor CD-ROM (ISO) voor een normale CD. Er zijn redelijk wat opties
voor wat betreft het type CD
- een gewone CD-ROM (ISO)
- een gewone CD-ROM welke bootable is zonder dat Windows/DOS daarvoor
nodig is
- een hybride CD-ROM (zowel Apple Macintosh en PC-data)
- een Audio-CD
- een Mixed Mode CD (zowel audio als PC-data)
- een CD-Copy (1:1 kopieren van CD's - ongeacht de inhoud)
Voor onze standaard PeeCee
CeeDee kiezen we "CD-ROM (ISO)".
CD-ROM (ISO) - Multi-sessie
?
Het volgende beeld verschijnt:
Hier kunnen we de keuze maken of we een Multi-sessie
CD willen maken.
Wat wil Multisession nou zeggen ?
Eigen geeft dit aan dat je later nog een aantal bestanden kunt toevoegen
aan een CD. Als je nu dus verder wilt gaan met een bestaande multi-sessie
CD, kies nu dan "Continue Multisession disk". Als je
een multi-sessie wilt gaan beginnen, kies dan "Start Multisession
disk", anders kies je voor "No Multisession".
Als je een bestaande multi-sessie wilt aanvullen, dan
kun je kiezen voor het "overschrijven" ("Replace")
van de bestaande bestanden (alle vinkjes weghalen), het aanvullen van
bestaande bestanden ("Add new files to compilation")
en/of het updaten van bestaande bestanden (replace files in compilation
en Remove deleted files from compilation).
Mijn voorkeur is om meestal
"No Multisession" te gebruik daar dit compatible is met de meeste
CD-afspelers.
File opties - type filesystem
De volgende stap is de tab "ISO" (ouder
Nero ervsies: "File Options") welke er als volgt uitziet:
Als eerste kiezen we "File-/Directorynames length".
We kunnen kiezen uit ISO level 1 en 2.
- Level 1 kan alleen bestandsnamen weergeven in het oude DOS formaat:
8.3. Dus acht tekens, punt en dan weer 3 tekens. Erg beperkt voor de huidige
stand van techniek. Microsoft heeft hierop een uitbreiding bedacht om
toch lange bestandsnamen te kunnen gebruiken, genaamd "Joliet".
- Level 2, waar bestandsnamen (onafhankelijk van de punt positie)
31 tekens lang mogen worden. Deze mode wordt ook wel "Romeo"
mode genoemd.
Uit compatibiliteitsoverweging
kies ik altijd Level 1.
"Format" biedt nu de keuze uit het oudere, maar wel meest
compatibele, Mode 1 of de recentere Mode 2. Bij mode
2 past er door een aangepaste error-correctie iets meer op een CD.
De keuze voor Mode 1 is ook
hier weer uit compatibiliteitsoverweging.
"Character Set" biedt ons de keuze
conform ISO 9660 (voorkeur), DOS of standaard ASCII.
Naast het veld "Character Set" zien
we nog een vakje staan met daarin "Joliet".
Deze optie genereerd een zogenaamd secundair filesystem.
Dat wil zeggen dat er 2 directories op de CD komen te staan (waarvan er
altijd natuurlijk maar 1 wordt zichtbaar gemaakt door de PC), de ene is
de standaard "ISO9660" directory, met de korte namen.
De tweede is een zogenaamde "Joliet" formaat directory.
Joliet is een bedenksel van de heren Microsoft en wordt per Windows 95
ondersteund t.b.v. lange bestandsnamen zoals we die dus op de harddisk
onder Windows 95 zien. Deze optie zetten we dus aan.
Systemen die immers Joliet niet ondersteunen (DOS bijvoorbeeld)
zien dan de ISO9660 bestandsnamen terwijl Windows (en andere systemen
die Joliet begrijpen) de lange bestandsnamen ziet.
Ook hier alweer uit compatibiliteitsoverweging
kiezen we "ISO 9660" met "Joliet".
Het volgende betreft de "Relax ISO restrictions".
Beiden staan standaard aangevinkt, en dit kunnen we ook zo laten. ISO9660
heeft namelijk wat beperkingen voor wat betreft de lengte van een pad
(255 tekens) en de directory diepte (8 directories diep).
CD inhoudsbeschrijving
De volgende tab heet "Label" (oudere
Nero versies: "Volume Descriptor") of wel de inhoudelijke
beschrijving van de CD.
In dit scherm kunnen we een hoop informatie kwijt over
de CD. De meeste informatie wordt echter nooit gebruikt en we beperken
ons dan ook tot de belangrijkste.
"Volume label", of te wel: hoe heet
de CD ?
Bij het invoeren zul je merken dat alles in hoofdletters
gaat en dat spaties niet zijn toegestaan. Dat komt omdat deze titel in
ISO9660 formaat wordt geplaatst.
"ISO9660" is gelijk aan "JOLIET"?
Het is mogelijk een alternatieve naam (wel met spaties
en kleine letters) in te voeren t.b.v. het Joliet formaat. Dit doen we
door het vinkje bij "Also use the ISO9660 text for Joliet"
weg te halen. Men kan nu op de dropdownbox klikken waar we "ISO9660"
in zien staan (boven in het midden). We kunnen nu ook "Joliet"
kiezen:
Als we nu "Joliet" kiezen, kunnen we
in het veld "Volume Label" een alternatieve tekst typen.
Datum en Tijd
De volgende tab "Dates" biedt ons de
mogelijkheid te gaan knoeien met de verschillende data en tijden.
Ik verander de data in principe
niet, omdat de data van de bestanden en de CD een goede indicatie geven
hoe "oud" de bestanden zijn.
Burn ...
Deze "Burn" tab hebben we nog niet
nodig en geeft de uiteindelijke "bak" opties. Deze komen
vanzelf weer te voorschijn als we echt gaan branden zodat we dan de details
kunnen instellen.
Kies "New" zodat
we met de compilatie van de CD kunnen beginnen.
Bestanden plaatsen
Het volgende venster verschijnt:
Onderin het scherm zien we een balk lopen.
Deze balk geeft aan hoe "vol" de CD
gaat worden. De maatvoering hierbij is het aantal MB (MegaBytes).
Op deze balk zien we twee stippelijntjes staan. Een
gele en een oranje lijntje. De gele lijn geeft aan tot hoever we de CD
kunnen vullen. De oranje lijn kan voor twee zaken gebruikt worden:
- maximum bij "overburning"
- maximum van een 80 minuten (of ander formaat) CD
Standaard staan de lijntjes goed voor dagelijks gebruik.
De positie van de lijntjes kun je veranderen door het
menu "File" - "Preferences" te gebruiken.
In het opkomende venster kun je onder de tab "General"
de waarden aanpassen.
Bij de tab "Expert Features" kan men
tevens "overburn" activeren. Hier kan men ook het maximum
voor overburn aangeven. Ik hanteer zelf liever geen overburn, maar als
het niet anders kan, dan ga ik niet verder als 76 minuten en 20 seconden.
Ervaring leert dat verder gaan vaak geen zin heeft.
Onder de "hoe vol is m'n CD" balk zien
we ook de identificatie van de nu actief zijnde CD-schrijver. In dit geval
mijn "Plextor PX-W1610A".
Sleur en Pleur
Het daadwerkelijke plaatsen van de bestanden gebeurt
volgens het "drag and drop" ("sleur en pleur")
principe.
Je kunt bestanden uit het venster genaamd "File
Browser" oppakken en in het venster "ISO1" laten
vallen. De bestanden en directories (inclusief de inhoud van de directories)
worden nu toegevoegd aan de compilatie die je nu aan het bouwen bent.
Als alternatief kun je de Windows Explorer gebruiken,
je sleept dan de bestanden uit de Windows Explorer naar het venster "ISO1".
De originele bestanden zullen niet worden verplaatst of beschadigd worden.
Structuur
Andere namen ...
Zoals je snel zult merken, het sleur en pleur principe
kan ook een mooie onoverzichtelijke rommel bewerkstelligen.
Het kan zinvol zijn bestanden een andere naam te geven
(het origineel wordt niet aangepast). Gebruik daarvoor F2;
- selecteer het bestand of de directory in het "ISO1"
venster, welke je van naam wilt veranderen (slecht 1 per keer) met de
linker muisknop.
- Druk nu op de F2-knop en je kunt nu een nieuwe naam intypen.
Je kunt het bestand of de directory ook met de rechtermuisknop
selecteren, kies dan uit het opkomende menu "Rename".
Tip: met F2 kun je ook de naam van de
CD veranderen. Links bovenin het "ISO1" venster zie je
een CD-ikoon staan. Klik die aan en druk op F2....
Nieuwe directories
Je kunt ook nieuwe directories aanmaken in het "ISO1"
venster.
Dit doe je door met de rechtermuisknop in het "ISO1"
venster te klikken en de optie "Create Folder" te kiezen.
Je kunt dan (soort gelijk als bij rename) een naam intypen.
Branden
Nu je de hele CD "klaar" hebt staan om te
gaan branden, moet je nog op de volgende zaken letten:
- Het is raadzaam bestanden van de lokale harddisk
te halen en niet van een floppy, andere cdrom of netwerk. Vaak werkt
dat te langzaam en krijg je te maken met een zogenaamde "Buffer
Underrun". Uitzondering hierbij zijn de CD-schrijvers met het BurnProof
mechaniek (of iets soortgelijks).
- Tijdens het branden verdient het de voorkeur
zo min mogelijk andere applicaties te gebruiken. Ook die
kunnen bijdragen aan een "Buffer Underrun". Denk hierbij niet
alleen aan applicaties als Word en Excel, maar ook aan screensaver,
unzipper, virusscanners, etc.
- De CD-schrijver dient bij voorkeur een SCSI apparaat
te zijn, IDE/ATAPI werkt tegenwoordig ook aardig. Als je een IDE/ATAPI
apparaat gebruikt, controleer dan of deze geinstalleerd staat als
MASTER op de secundaire IDE-poort. De bron van de bestanden dienen
bij voorkeur niet van een harddisk te komen die ook op de secundaire
IDE hangt. IDE heeft namelijk moeite met het "delen" van de
capaciteit, waardoor weer een "Buffer Underrun" kan ontstaan.
- Controleer of de lege CD-rom schoon is. Vuiltjes,
vette vingers, etc. zijn allemaal hulpmiddelen om een slechte kopie
te maken.
Let wel op: als je CD-Rom schoon moet maken, maak dan
altijd een beweging van het midden van de CD naar de buitenkant van
de CD. Gebruik daarvoor een doekje dat stofvrij is. Gebruik geen schoonmaak
middelen !
Goed, dit zijn de belangrijkste aandachtspunten, we
kunnen nu echt gaan branden.
Klik daarvoor op het "vlammen" ikoontje ().
In de opkomende dialoog kunnen we nu wat "brand" gegevens
invullen:
Tip:
met de knop "Medium Info" (oudere Nero versies: "CD
Info") kun je achterhalen hoeveel ruimte er nog is op de lege
CD.
Determine maximum speed |
Bepaal de maximale snelheid
van zowel bron als bestemming, dit kan de eerste keer zinvol zijn
om te bepalen of jouw PC dit allemaal wel zo goed kan. |
Simulation |
Simuleer het branden van een
CD - dit geeft prima inzicht in de prestaties en gevoeligheid van
jouw PC, ook dit is dus de eerste keren aan te raden. |
Write |
Het echte schrijven, als dit
niet aanstaat zal er nooit een CD gebakken worden. |
Finalize CD |
Hiermee wordt een CDRom "afgesloten".
Een brander zal de CD dan alleen nog maar herkennen als een niet beschrijfbare
CD. I.v.m. compatibiliteit kan dit soms nodig zijn. Merk op dat CD-rewriteables
nog steeds gewist kunnen worden. |
Write Speed |
Hier kun je de schrijfsnelheid
instellen. Bij het testen kun je het beste maar beginnen met de hoogste
snelheid, zou zonde zijn een brander te hebben die 12 speed kan, maar
je gebruikt altijd 2 speed... toch ? De mogelijkheden hier zijn afhankelijk
van de capaciteiten van jouw CD-schrijver. |
Write Method |
Over het algemeen is het aan
te raden deze optie te gebruiken, met name voor Audio CD's en multi-sessie
CD's. Het kan zijn dat deze optie niet beschikbaar is voor jouw brander
!
Bij Audio CD's voorkom je het hinderlijke "tikje" tussen
twee nummers - de normale pause tussen twee nummers blijft overigens
gewoon bestaan hoor!
Disc-At-Once kan niet gebruikt worden voor VideoCD's ! |
Number of Copies |
Hoeveel CD's wil je maken
? |
Use Multiple Recorders |
Gebruik meerdere branders simultaan.
Let wel op: dit is niet echt geschikt voor IDE/ATAPI branders. Daarnaast
is het raadzaam dat alle recorders van hetzelfde type zijn. |
Cache Disk- and Networkfiles |
Als je files haalt van diskettes
en netwerkdrives, dan is het raadzaam dit aan te zetten. |
Cache files smaller than |
Laat deze gewoon op 64 Kb staan.
Kleine bestanden brengen veel werk met zich mee voor de computer.
Te veel werk kan weer een Buffer Underrun veroorzaken.
Laat het vinkje dus ook staan. |
Klik nu op "Write" om het branden te
starten, en blijf nu even van de PC af.
Gemiddelde tijden:
|