Op deze pagina ...

Op deze pagina vind je de instellingen die te gebruiken zijn in combinatie met een router (hard- of software oplossing). Deze informatie is apart gezet, omdat het betrekking heeft op meerdere pagina's. De beschreven instellingen werken voor een TCP/IP netwerk, gebaseerd op UTP verbindingen of BNC (coax) verbindingen met als middelpunt dus de router. Deze router kan een apart kastje zijn, een ADSL/Kabel modem of een server met daarop b.v. WinRoute, met DHCP geactiveerd. Deze pagina gaat specifiek in op Windows 2000 en Windows XP. Gerelateerde pagina's voor andere systemen: Windows 95, 98 en ME, Macintosh OS 7 of 8 en Macintosh OSX.

WINDOWS 2000/XP configureren

Ga naar "START" - "Settings" - "Control Panel" en dubbel klik "Network and Dial-up Connections".
Klik met de rechter muisknop op de netwerkaansluiting die aan de LAN/hub hangt (deze kun je overigens met F2 een andere naam geven) en kies "Properties". Het volgende scherm verschijnt:

Kies nu "Internet Protocol (TCP/IP)" en klik op "Properties", dit zien we nu verschijnen. Neem de instellingen over:

Klik op "OK" en nogmaals op "OK". De client is nu geconfigureerd. Windows 2000/XP hoeft NIET opnieuw te starten en na een paar seconden heeft deze PC een nieuw IP-adres.

Tip: in het geval dit niet goed loopt, kies dan de optie "ADVANCED..." en voeg daar een DEFAULT GATEWAY toe. Dit is dan het IP-adres van jouw modem of router.

In Windows 2000/XP kun je dit controleren in een dosbox met IPCONFIG.

Onder Windows XP kun je het ook vinden door de "Status" op te vragen van een verbinding.

Dit kan op 2 manieren:

• Als er een ikoontje rechts onder in het beeld, naast de klok van Windows, staat.
  Klik het ikoontje aan met de linker muisknop. Er verschijnt dan een venster. Kies hier het tabblad "Support".
  
  
• Via het Windows START menu -> Control Panel -> Network Connections.
  Hier zie je een ikoontje voor de netwerk verbinding, klik deze aan met de rechter muisknop en kies "Status".

In beide gevallen verschijnt het status venster: